vrijdag 13 augustus 2010

kooitje

Ik wil graag alle dingen die je nog wil weten, alle gevoelens die je nog niet gevoeld hebt, alle beelden die je nog niet gezien hebt, alle woorden die ik je nog niet gezegd heb, alle kusjes die ik je nog niet gegeven heb in een kooitje stoppen voor als je thuis komt en ik er niet ben. Dan leg ik er een briefje bij met veel, heel veel liefs. Het zou een verassing zijn, en je zou lachen als je door je deur stapt, en het kooitje ziet staan. Je zou lachen en het openmaken. Je zou overspoeld worden door al die dingen die ik voor je verzameld heb en die je nog niet ervaren hebt. Dan zou je het briefje vinden met veel, heel veel liefs en je zou glimlachend neerploffen op je stoel, Bob Dylan aanzetten, even uitrusten en dan beginnen met je spullen uitpakken.

zondag 25 april 2010

Ode aan de vrijheid

Dikke klodders groen slijm vallen op je hoofd en het regent dode konijnen. Ergens rinkelt een telefoon die niet wordt opgenomen en boos steeds harder verder rinkelt, protesterend tegen de schrijnende afwezigheid van ook maar één levende ziel... Zielen zijn er uberhaupt niet in deze buurt waar men geen huizen bouwt maar expres deuren intrapt die er staan om de leegte te openen. Kuikentjes rennen door je hoofd, en je schiet ze neer. Er blijft er een over die maar niet wil groeien of sterven. Hij zit alleen maar stil in je hoofd te zitten en een beetje suffig met zijn oogjes te knipperen. Geen mens die hem verdenkt van de dikke klodders groen slijm.
En toch heeft dit onschuldig beestje er alles mee te maken. De deuren, de telefoon, de dode konijnen en de klodders. Het kuiken in je hoofd opent de deuren en sluit ze. Belt en neemt niet op. Gooit klodders slijm naar beneden, evenals konijnen als het even meezit. Schiet zijn bondgenootjes neer als het moet. Maar verder is hij onschuldig. Zo onschuldig als het dode konijn dat langzaam van je schouder druipt. Geen enkele beweging op deze kale vlakte zonder einde, met almaar deuren, konijnen, klodders en kuikens. En de telefoon die maar blijft rinkelen. Je loopt verder en doet een hoed op.
Het zal je een worst wezen.

donderdag 4 maart 2010

Met je voeten op tafel en je handen op je buik. Met je hoofd in een knik achterover en je mond half open waardoor er een bescheiden onderkin ontstaat. Je snurkt en je knort. Je gromt en je mompelt, je slispelt en je fluistert. Je hoed ligt op tafel, tussen je voeten en je glas whisky in. De radio staat zacht en door de kier van een openstaand raam komt een zacht strelend lentebriesje naar binnen gezweefd. Het kietelt je wang en tilt je mondhoeken op. In de keuken hangt nog de geur van het avondeten, de afwas staat er nog. Het schemert buiten. Dan springt je kat op je schoot en rolt zich genoeglijk op. Je kat gromt wat en mompelt wat en valt dan ook in slaap. Ik heb nog nooit zo'n sloom verhaal geschreven...

woensdag 3 maart 2010

dinsdag 2 maart 2010

,
,,,
Mensen vinden zoveel. Mensen vinden dat dit en dat en dat vinden ze omdat en daarom. En als je het er niet mee eens bent gaan we dat op een politiek correcte, volwassen manier uitpraten met goed onderbouwde argumenten en geen stenen naar andermans hoofd.

Misschien een enkel kiezeltje in de vorm van een woord. Maar als je Wilders heet zijn het er een heleboel. Bij Wilders regent het rotsblokken die oorspronkelijk de naam zandkorrel nog niet waardig zouden zijn, als ze geen met waterstofperoxide geverfde pruik op hadden gehad. Schreeuwen en brullen als aapjes doen we.
Men trommelt zichzelf op de borst, en zo niet dat trommelt men anderen wel op de borst. En als de anderen dat niet leuk vinden dan gaan wij ons gedrag op een volwassen manier verklaren met goed onderbouwde argumenten en een hele Structurele Argumentatie waar de passie zo langzamerhand is uitgewrongen omdat het zo ontzettend vaak in je hoofd is geperst. Als een sinaasappel waar allang geen sap meer uitkomt maar die iemand nog steeds wanhopig tegen die pers aan staat te dingesen omdat hij tegen beter weten in aan iedereen verklaart dat er nog een hele lading vitamine-C bevattend sap uit zou kunnen komen. Als we maar willen. Wat willen wij? Wij willen vooral alle vragen ontwijken. Vooral de vraag over wat wij willen. Dus laat ik die dan ook maar niet stellen om ons niet, vooral niet in verlegenheid te brengen.

Laten wij de mensen maar niet onverschillig noemen, want dan gaan ze er alles aan doen om het tegendeel te bewijzen en dáár word ik me nou toch zo ontzettend moe van.
Eigenlijk word ik moe van alles.
Eigenlijk ben ik gewoon het zoveelste zeikwijf die haar blogs schrijft in de hoop dat de een of andere mongool ze leest omdat hij/zij niks beters te doen heeft met zijn/haar leven. En ik ben vast ook niet de eerste, en zal zeker niet de laatste zijn die haar blog zo beëindigt. Met een punt



(ja, ja zag je het, ik liet de punt weg. Ik maakte een statement.)
(want statements maken is cool)

12 uur 's nachts gedachten rommel rommel

Nee geen bullshit nou. Even geen bullshit. Even zonder poepen met stieren. het leven is toch een grote mislukking, een grote lachwekkende vertoning met het doel je helemaal knotsknettergek te maken van al die loopneuzen die voorbijkomen.
Of van al die tiet vooruitstekende stoere voetbalmeisjes met het verstand van een zee-egel. ja ik vind zee-egel een leuk woord ja.

en verder denk je dat je zelf nog wat waard bent maar dat blijkt dan ook flink tegen te vallen als je in de spiegel des levens kijkt en er achter komt dat je eigenlijk geen ene kanker doet in je leven. En als je dan denkt dat het misschien toch nog iets wordt komen ze je vertellen dat je dingen niet mag omdat je dom bent.
Je doet havo dus je bent dom. Je hebt geen wiskunde in je profiel gekozen dus je bent dom. Je bent blond dus je bent dom. Je bent dom dus je bent dom. En omdat je dom bent mag je dingen niet. Je mag bijvoorbeeld geen filosofie leren. Want je bent zo ontzettend dom dat je havo doet, dan zal je ook wel geen filosofie willen en kunnen leren.
Mocht dat wel het geval zijn ben je zo mogelijk nog dommerderdandom en dan mag het al helemaal niet.
Stel je bent gemotiveerd en je wilt iets bereiken in je toch al zo onderuitgezakte luie kutleven dan mag het niet want je bent nou eenmaal dom. Havo, domme mensen. Om van hun zee-egelen verstand nog maar te zwijgen. En als we helemaal buiten de perken gaan, laten we dan onze havo klassen meenemen naar Praag. Om te bowlen, of iets anders te doen waar we die achterlijke mensen wel mee bezig houden, want dat is wat ze willen. Domme havo kindjes willen geamuseerd worden, die willen niks leren, dus leren wij ze niks. Dus zeggen we niet tegen ze dat ze hun KOPPEn nou eens een godvergeten keer DICHT moeten houden als iemand je iets probeert bij te brengen. Al zal dat sowieso al moeilijk gaan met een zee-egel verstand. Of nog niet eens. Een rivierenkreeftjes verstand is het meer. Het zinkt weg in de schedel zo door je slokdarm je maag in en dan KAK je het uit. En zo komt je verstand via het riool terecht in de zee. Maar alleen als je havo doet want havo is hopeloos.

Gelukkig zijn er mensen die dit inderdaad waarmaken, dit hele woede relaas. Gelukkig zijn er mensen die zichzelf hoger achten dan de hoogste wolkenkrabber. En waarom? Tja, weet jij het weet ik het.
maar wat is weten tegenwoordig nog waard in een maatschappij die draait op het haantjes gedrag van een corrupte omhooggevallen directeurtjes met stropdasjes en pakjes en strikjes en frummeltjes en gelakte schoentjes en af en toe een sjaaltje of een hoedje want dat is hip.
wat eEN KUTTZOOI is het hier hier hier in mijn hoofd hoofd mijn rivierenkreeftjesverstand kan het bijna niet meer aan misschien moet ik maar eens gaan kakken.



Wat is passie inmiddels nog waard in deze klotewereld die mensen met een lach op hun gezicht het hoogst acht van alles. Het liefst een GRIJNS een grijns van oor tot oor. Een grijns met een verborgen boodschap die gaat als volgt: KIJK MIJ LEUK EN GRAPPIG ZIJN, ZIE HOE IK JULLIE VERMAAK.
Of juist de mensen die lijden en zielig zijn die krijgen gelukkig ook veeel aandacht. En veeel geld
of niet zij, maar hun regering. En wat die regering ermee doet is mij een raadsel. En wat ik eet is mij een raadsel. is het koe of is het de oma van mijn beste vriendin je weet het niet. Het is dat de oma van mijn beste vriendin nog leeft anders had ik het niet geweten.
je
weet
het
niet Dit is dus ook waarom ik de uitspraak JE WEET ZELF zeer onwaar vind. NEE ik weet niet zelf, dus kun jij het me vertellen? KUN jij me vertellen waar mijn vlees vandaan komt? Kun Jij mij met zekerheid vertellen dat het niet het konijn van de buren is waar ze een koeien etiketje opgeplakt hebben, en een klavertje vier zodat het ineens groen en biologisch is. Ik vind mijn vlees niet groen ik vind mijn vlees best roodbruin en dat is maar goed ook anders wist ik zeker dat het geen koe was.

Het punt is dat als ik een koe was, dat ik was uitgebroken en over alle hekken heen, mezelf lostrekkend van de zuignappen aan mijn uiers die slurpen slurpen. Mezelf vrijvechten enkel en alleen om te leven zoals het een koe behoort te leven. Koeien horen.
in gras.
koeien horen. Geluiden, maar soms niet meer want dan hebben ze van die grote gele dingen in hun oor hangen en dat neemt hun gehoor voor 87% weg heb ik op de radio gehoord laatst. Geloof jij me? ik niet ik geloof mezelf niet en ik geloof niemand. Helemaal niemand. Jij bent helemaal niet ongelukkig jij bent juist hartstikke gelukkig. Dit is geen koeienvlees dit is oma vlees. Jij heet helemaal geen Marieke jij heet Esther. Jij bent helemaal geen meisje maar een jongen met een kut en tieten.
Soms zou ik willen zingen dat het leven zo kut is. ZO kut dat het mooi is, knijtermooi
onwijsmooi
prachtigmooi. Zo mooi ik ga er aan onderdoor. Zo mooi dat ik stik. Zo mooi alle mensen die elkaar afslachten om getallen die je op je computer kan aflezen. En dat is je geld, je bezit. je bezit zijn de getallen die jij via je internet op je schermpje ziet verschijnen. En dan ben je weer oorlogje gaan spelen in het een of andere verre land, lekker mensen schieten die zichzelf anders toch wel geschoten hadden. En dat doe je gewoon, gewoon gewoon omdat de getalletjes dan ineens omhoog schieten op je schermpje van je laptop. Ohnee van je mobiel met internet. Internet in de trein internet in de bus internet op volle zee internet in je hoofd. Toetsenbord in je hoofd. 'wachtevenwachtevenikkannuevennietverderpratenmijnspatieiskapot'
En dan zit je daar een gesprek te voeren met jezelf. In je hoofd. Op een stoel met een laptop op schoot. Een laptop die je pappie en mammie 'gratis' gekregen bij een tele2 abonnement. Gratis voor 300 eurooos meer. niet veel.
Mensen zijn helemaal niet geïnteresseerd in je.
Ze doen alsof of ze doen niks. Ze vragen niks. Ze vragen zoveel maar ze vragen niks, want de wereld is een grote tegenstelling en zonder yin geen yang. Ze vragen alles wat ze willen en zonder dat ze het weten krijgen ze antwoorden die ze willen horen leugens leugens. Mensen praten praten praten maar over die en die en die andere en nog een en Heée kijk nou nog een en toen ging er een dood en aah wat jammer wat zielig gecondoleerd Ik vind het zo erg voor je.
Zo erg zo erg ZO erg ZO erg ZOOO erg ik ga huilen ik meen het ik sterf hier ter plekke zo erg vind ik het voor je.
Of niet eens, welnee dat zeggen ze niet
oh wat zielig. Maar heb je trouwens die nieuwe clip van Rihanna gezien die is echt soo disgusting omg. Ja omg omg omg mijn oma zit in een vleesverpakking met een groen klavertje vier erop en is biologisch kun je nou een keer godverdomme je bek houden.

zondag 31 januari 2010

Beauty kills.

Ze zit geïntrigeerd te kijken naar de man aan de overkant. Hij heeft een sigaret in zijn hand en een zonnebril op. Zijn volle, zwarte haardos is naar achter gekamd en af en toe valt er een plukje langs zijn slaap. Hij heeft een smetteloze witte blouse aan met een zwarte loshangende bretels eroverheen. De manier waarop hij zijn wodka ronddraait in zijn glas doet de ijsklontjes rinkelen en het geluid bezorgd haar een rilling over haar hele ruggenwervel.
Zoals zij nu naar hem zit te staren, naar zijn gevaarlijke charme, zo heeft hij haar nog geen uur geleden op precies dezelfde manier begluurd, zonder dat ze het door had. Te druk bezig met haar vriendinnen was ze, om te merken dat zijn ogen van achter zijn zonnebril haar niet meer loslieten. Ze had iets, vond hij, waardoor je naar haar moest blijven kijken. Een bepaald soort schoonheid die eigenlijk niet te beschrijven viel. Haar haren die langs haar hals en over haar schouders vielen en glansden in het doffe lamplicht, de manier waarop ze haar hoofd opzij boog om iets te verstaan wat een vriendin zei, haar ogen die twinkelden als ze stiekem glimlachte om een verhaal een der vriendinnen. Welke overigens allemaal in het niet vielen als je haar zag. Ze verdwenen als een massa in de schaduw, terwijl zei daar zat in het licht, alsof er een spotje op haar stond om haar schoonheid te benadrukken.
Toen,uit het niets, klonk er een schot, en de man greep naar zijn borstkas, die traag op en neer daalde. In zijn eerst zo smetteloze overhemd verscheen een rode vlek die zich snel uitbreidde en zich over zijn nu trillende handen verspreidde. Vrouwen gilden, mannen gingen spontaan met elkaar op de vuist, en haar haren glansden nog eenmaal in het vage lamplicht voor ze vlug verdween, naar buiten in het veilige donker van de nacht waar niemand haar zou verdenken van deze misdaad.
Ze glimlachte en de revolver verdween weer in de laars. Op naar de volgende.

zaterdag 2 januari 2010

"Wintersport" vakantie

En dan zit je op de achterbank, als zestien jarige. Oude achterbank gevoelens borrelen weer op. De spelletjes die we deden om de tijd te doden, de muziek die ik luisterde- mijn oude diskman angstvallig vasthoudend omdat het ding door een enkel hobbeltje het bijltje er bij neer zou gooien- , de verhalen die ik las, tovenaars en vreemde wezens kwamen tot leven in mijn fantasie. Ze renden met onze auto mee, langs de snelweg, over de berm. Ze knipoogden naar mij, alsof we een soort geheimpje hadden. Ik was de enige die ze zag. Mijn ouders, en de rest van de nietsvermoedende automobilisten op de weg hadden geen enkele weet van de gevechten tussen piraten en militie, die zich onder hun neus afspeelden. In het weiland waar we langs reden was altijd wel de een of andere veldslag bezig, of er werd een prinses ontvoerd… Maar ook wel eens waren er de gevleugelde paarden die rustig graasden in de weide, hun gevederde vleugels klapperend, of juist rustig naast hun lichamen gevouwen. Of er rende een enorme cheeta mee, zijn zachte poten draafden over het gras. Ik verveelde me nooit in de auto. Had altijd wel iets te doen. Soms pakte ik mijn potloodjes en tekende de figuren die zich naast ons bevonden, hun paarden aansporend, door bossen en rivieren razend. Of ik verdwaalde in mijn boeken waarvan ik altijd een stapel bij me had. Mijn boeken waren cruciaal voor onderweg. Want hoewel ik hield van verhalen die zich ter plekke in mijn hoofd vormden, door andere mensen verzonnen verhalen waren toch altijd nog makkelijker om in te verdrinken.
We rijden nu door Luxemburg. Onze tomtom heeft weer een of andere leuke omweg verzonnen om bij de bestemming te komen. Ik kan het Vlaamse accent van de tomtom mevrouw wel waarderen…(Volgende kruispunt, rechtsaf slaan…heeel goed, Oh nee! Toch linksaf. Sorry jongens, rij maar terug..gnagna) Uiteindelijk moeten we uitkomen in Langres, een Frans plaatsje, kilometer of tachtig ten Noorden van Dijon.
We zijn net voorbij Metz en het regent dikke druppels die met een gezellig geluid tegen de voorruit tikken.
Als we morgen weer vertrekken uit Langres zullen we verder rijden tot een lieflijk bergdorpje ergens vlakbij Geneve. Daar staat een huisje. Dat huisje is van kennissen van mijn vader die het deze vakantie (logischerwijs) niet zullen bewonen, en daarom aangeboden hebben of wij er soms in wilden voor een week of anderhalf. Mijn ouders natuurlijk dolenthousiast. Want als zich dit soort gratis dingen voordoen is vooral mijn moeder niet meer te stuiten. Ik vreesde voor haar hart toen mijn vader mijn moeder vertelde over de eventuele gratis kerstvakantie die ons te wachten stond. Ikzelf daarentegen, was iets minder door het dolle. Anderhalve week weg naar een of ander afgelegen bergdorpje met niemand anders dan twee oude knarren die nog steeds denken dat ze invloed op je hebben is niet iets waarvan ik nou altijd gedroomd had. Zeker niet omdat ik met oud en nieuw ook totaal aangeschoten het (champagne) glas had kunnen heffen bij Merel Franx, een zeer dierbare vriendin uit mijn oude woonplaats. Haar familie is behoorlijk prettig gestoord en heel gastvrij. Ik voel me daar thuis, de zeven jaren dat ik er kom, vanaf het prille begin tot nu. Er komen een heleboel mensen. Oude mensen die ik niet ken, jonge mensen die ik wel ken, maar iedereen even gestoord. Net als ik.
Je begrijpt dat ik een aangeschoten, spetterende, melige, grappige, spannende jaarswisseling verkies boven een ‘ouderwets gezellig’ avondje met mijn ouders ergens in Frankrijk. Maar ach, ik heb me er ten slotte toch maar bij neer gelegd. Meer kun je toch niet doen namelijk. En het is per slot van rekening de laatste keer dat ik met het ouderlijk duo het nieuwe jaar inluid. Tenminste, als het aan mij ligt. Twee jaar geleden waren ze namelijk mee naar Merel, en toen heeft mijn moeder het nog gedurfd scène te schoppen omdat ik geen sjaal omhad. Dat heeft ze geweten.

Het huisje viel mee. Toen we binnenkwamen werd ik wel tamelijk achterover geslagen door de indringende natte-hondengeur die in de gang hangt, maar later bleek dat deze lucht zich goddank enkel tot de gang beperkte en in de rest van het huisje hing een redelijke geur. Zo’n typische vakantie huisjes geur.
Zo’n heerlijke ‘ wij-zijn-Nederlanders-en-wij-hebben-een-chalet-aan-het-meer-van-Genève’ geur. Muffig maar toch gezellig.
We zijn er nu net een week en hebben in totaal 2 wandelingen gemaakt en 0 keer geskied. Ook van mijn ouders’ snowboard belofte is niet veel tot niks gekomen, maar eerlijk gezegd zit ik er niet eens zo over in. Had het wel zien aankomen zelfs. We zouden zogenaamd op ‘wintersportvakantie’ gaan. Maar wij zijn nou eenmaal niet het gezinnetje dat eerst gezellig samen de sneeuw ingaat om eens lekker te slalommen en daarna een après-ski hutje te pakken. Sterker nog, als wij ons voornemen dat we eens een keer iets gezellig met z’n drieën gaan doen, wordt het meestal verre van gezellig. Op z’n zachtst gezegd rampzalig. Het eindigt eigenlijk altijd in een boze puber boven en een jankende overgangs-moeder beneden. Dus we hebben het gezellig doen maar opgegeven. Toch waren de wandelingen allebei niet verschrikkelijk. De eerste keer zijn we wel een kilometer of 3, 4 achtervolgd door een hond waarvan we eerst dachten dat het een zwerfhond was (zo rook het beest namelijk). Later bleek het een ’jachthond’ te zijn, van ’beneden’, bij de ’jagers’. Gadverdamme. Als je dan al besluit honden te misbruiken voor de jacht, zorg er tenminste voor dat die beesten in staat zijn om te jagen. De zwabber die achter ons aan kwam hijgen zag er namelijk uit alsof ’ie minstens 3 weken door het bos had gezworven. (lees: uitgemergeld, vette haren, bedel blik en ongelofelijk schuchter) Nee leuk beest wel.
Het is nu 01-01-2010 en om precies te zijn 3:13. De jaarwisseling in Genève vieren viel wel mee. Het werd uiteindelijk niet zo verschrikkelijk saai als ik verwacht had. We hebben eerst natuurlijk wel ongeveer anderhalf uur achtjes gelopen door de stad op zoek naar een descent restaurant. Mijn moeder wilde namelijk per se ‘typisch Zwitsers’ eten en dat wilde ik niet want typisch Zwitsers houdt volgens mij meestal in dat het 1. Ontzettend stinkt, 2. Vieze meurkazen bevat en 3. Vooral enorm boers eten is.
Ik had het fout, want uiteindelijk hebben we toch in een niet onaardig typisch Zwitsers restaurantje een soort gemuteerde pizza gegeten wat ze hier in Suisse Flammenkuche noemen. Best binnen te houden. Best lekker.
(het stonk wel)
Vervolgens zijn we nog verdwaald in de hoerenbuurt. Typisch. Gelukkig kwamen we daar ook nog wel uit. Wel na een keer of drie langs dezelfde sex-shop ‘mea culpa’ te zijn gelopen, maar toch, dat valt voor ons doen nog mee. (Ik denk dat ik die zwarte latex bh zonder tepels neem…)
Eenmaal bij het meer aangekomen liepen we naar het parkje. Want daar stroomde immers heel Genève heen om naar het spectaculaire vuurwerk op het meer te komen kijken. Dachten wij. Genève stroomde niet leeg naar het parkje, in tegenstelling tot 3 bussen vol Russen (ja, dat rijmt inderdaad. Heel goed. Mooie conclusie.) Ben er achter gekomen dat ik Russisch geen prachtige taal vindt. Het heeft wel iets hoor, dat ge-tsjaknsietsjom de hele tijd, maar op het moment dat ik overal om mee heen Russen elkaar gelukkig nieuwjaar hoorde wensen had ik het niet meer.
Het vuurwerk viel overigens redelijk tegen. Het was niet heel hoog en duurde niet heel lang en was niet heel spectaculair. Maar toch niet onaardig. Wat me ook wel beviel waren de dronken Italianen naast ons die begonnen af te tellen om 10 voor 12.
Toch leuke vond gehad.

Goh, weet je waar ik nou echt een grandioze hekel aan heb? Wegrestaurants. Ik heb het zojuist ondervonden. (we zijn nu op de terug weg ja, dat moet ik er toch eigenlijk niet bij hoeven zetten hè?)
Je komt binnen in zo’n restaurant en je ruikt meteen de stank van über degelijke, Hollandse gezinnetjes die zich te goed zitten te doen aan vies, grof, fabrieksvoedsel dat werkelijk een kwelling is voor de smaakpapillen (lees: afstompingverschijnselen etc.)
Nu ben ik natuurlijk niet heel erg culinair opgevoed, maar die Pizza hut is toch wel het verschrikkelijkst van het verschrikkelijkst. In een zwakke poging om American Pizza te imiteren veel te veel smakeloze nep-kaas op een ongaar, plat, klef brood gooien, daar een beetje nep-tomaten saus op flikkeren, in de oven zetten en dat dan Pizza Margherita noemen. Over de koffie automaat zal ik maar helemaal niet beginnen. En welk afgestompt boeren volk zit dit neppe diepvries eten naar binnen te proppen? Nederlanders. De Fransen en de Belgen, en ja, zelfs de Duitsers laten het wel uit hun hoofd om bij dit soort verschrikkingen naar binnen te treden. Die rijden snel voorbij. Louter de echte, oer-Hollandse gezinnetjes met kinderen gaan daar zitten. Je herkent ze ook meteen, als het niet aan de taal is dan is het wel aan de moeder. Het zit namelijk zo. De moeder heeft na het hele kinderenbarengedoe een soort verzakkingproces ondergaan. De huid gaat slapper om het lichaam hangen etc…. Dat is normaal. Dat hóórt. Dat heet ouder worden. Maar de Hollandse moeder is hier niet van gediend. Zij blijft haar leven lang jong, fris en fruitig, zodat ze op haar 65 nog net zo mooi is als Patricia Paay (uche). Paar keer onder de zonnebank (doe nou niét!), haar een lekker kleurtje geven (BLONDEREN MOEST VERBODEN WORDEN BOVEN DE 30) , beetje een opmaken (lagen paarse oogschaduw die langzaam afschilfert tijdens het eten zodat je nog meer chemische troep binnen krijgt dan alleen de pizza) , en bovenal een lekker strakke spijkerbroek waar de (veel te uitgezakte) vormen nog mooi in uitkomen. En dan de kinderen vrolijk cola en sinas binnen gieten.
Dat is de ultieme huismoeder van Nederlands. En het schokt me dat het nog bestaat, maar ik heb ze met eigen ogen gezien. (korte beschrijving van de ultieme huisvader als volgt:
Polo, haar met gel naar achter (ook hier geldt, je bent geen 16 meer, probeer je er dan ook niet naar te kleden), tandpasta smile en een bomberjack. Gadverdamme. Echt waar, ik hou bést van Holland, ik heb bést respect voor ons aardappel eters…maar er zijn momenten dat ik me diep schaam dat ik Nederlands ben.
De huisgemaakte chocolademousse was trouwens wel heel lekker.