De buik heeft dus zuchtend en steunend naast mij plaats genomen en bekijkt me nu met een gezicht alsof hij op het punt staat in huilen uit te barsten. Ben ik zó lelijk?
Hij rochelt, en begint zijn verhaal.
'Ik zit dus bij mijn vrouw op de bank, en dan zegt ze ineens dat ze me nie meer hoef. Se segt, se segt: "Henk, ik hoef je nie meer, daaro is het gat van de deur en je heb 10 minuten om je reut bij mekaar te rapen."Dat segt se. Dus ik seg: "maar Liesje, wattisserdan?" Maar se geef geen antwoord en duwt me de trap op sofan, sofan, ga nou maar. so.' Het is even stil en ik kijk voor me uit. Welke gedachte heeft dit drankorgel er toe aangezet om een wildvreemd onschuldig meisje lastig te vallen met zijn levensverhaal? Aan de andere kant sta ik altijd open voor nieuwe ervaringen, dus ik besluit te luisteren. Ik kijk hem aan en zeg: 'Waarom heeft ze je het huis uit gezet?' De man krabt aan zijn stoppelige kin, met een tamelijk onthutste blik in zijn ogen. Dan mompelt hij: ''K heb geen idee. Werkelijk waar geen idee. foges mij von se 't niet leuk da'k soveel dronk.' Ik kan me er iets bij voorstellen moet ik zeggen. Het begint te regenen, dikke medogenloze druppels tegen de ruiten van de trein. De man kijkt somber uit het raam. 'Waar gaat U heen?'. Het duurt even voor er een reactie komt, een reactie die enkel bestaat uit een soort brom en een onverschillig shouderophalen. Een lotgenoot. Ook op weg naar ergens. Of nergens. Dan begint de man volledig onaangekondigd de snikken en te sniffen. Hij slaat een arm om mijn schouders en drukt me keihard tegen zich aan. Ik moet kokhalzen van de ranzige geur van verschraalde drank en zweet die om hem heen hangt. Ik klop hem een beetje onbeholpen op z'n massieve rug en zeg dingen als: 'ach meneer het komt allemaal wel goed.' Als hij is uitgesnottert kijkt hij me dankbaar aan en zegt hoezeer het hem spijt dat hij me hier mee lastig valt. 'Het geeft niet hoor, soms moeten dat soort dingen er gewoon even uit hè?' Er komt nog net geen ge-koesjiekoesjiekoesjie achter aan. Dan bedankt Henk me, staat op, en loopt weer naar zijn plaats. Het abrupte einde van ons bizarre gesprek schokt me een beetje en ik stap het volgende station uit. In de regen, sigaret tussen de vingers, op weg naar ergens.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten